Minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zegt dat de veelbesproken corona-app bijna klaar is. Half juli hakt de minister de knoop door en laat hij ons weten hoe de app wordt ingevoerd. Dat vertelde minister De Jonge woensdagavond tijdens een persconferentie.
Woensdagavond deelden premier Mark Rutte en minister Hugo de Jonge wederom het podium in het Haagse perscentrum Nieuwspoort. Rutte kwam met goed nieuws op de proppen: het aantal besmettingen loopt terug, evenals het aantal opnames in de ziekenhuizen en de Intensive Care. Deze week meldde het RIVM zelfs een dag waar nul corona-doden waren gevallen in de afgelopen vierentwintig uur. Volgens Rutte allemaal aanwijzingen dat het de goede kant opgaat in Nederland. En daar zijn we met 17,5 miljoen Nederlanders verantwoordelijk voor, zo zei hij trots tijdens de persconferentie.
De premier kwam dan ook met een groot aantal versoepelingen in het vooruitschiet. Na de zomervakantie mogen de middelbare scholen weer volledig open. Per 1 juli geldt er niet langer een maximum aantal bezoekers voor theaters, zolang de anderhalve meter afstand gehandhaafd wordt. Die vlieger gaat ook op voor dierentuinen, pretparken en andere buitenlocaties. De NS mag al haar zitplaatsen in de trein weer in gebruik nemen. Zelfs de sekswerkers mogen weer volledig aan de slag. Discotheken en nachtclubs blijven vooralsnog tot 1 september gesloten.
Minister De Jonge was eveneens optimistisch, maar onderstreepte dat de coronacrisis niet over is zolang er geen vaccin is. “Wij zijn misschien klaar met het virus, maar het virus is nog niet klaar met ons”, zo herhaalde hij opnieuw. Het is een uitspraak die we de laatste paar weken al vaker van de bewindspersoon hebben gehoord.
De aanwezige journalisten stelden allerlei vragen over de aangekondigde versoepelingen. Een aantal vragen ging over de corona-app. Minister De Jonge werkt al ruim twee maanden aan een applicatie die enerzijds bron- en contactonderzoek voor de GGD vereenvoudigt en anderzijds mensen alerteert als ze contact hebben gehad met iemand die besmet is met het coronavirus.
De Jonge zei dat de app bijna klaar is en dat hij de komende weken intensief wordt getest. Half juli wil de minister een besluit nemen over “hoe we tot invoering kunnen overgaan”. Een journalist bracht de ervaringen van de corona-app in Frankrijk ter sprake. Volgens de officiële cijfers is de app daar 1,9 miljoen keer gedownload in drie weken tijd. In totaal zijn er 14 gevallen opgespoord met de app. ‘Is zo’n app nou echt nodig?’, zo vroeg de journalist zich af. Minister De Jonge antwoordde daarop als volgt:
“De app is een belangrijke aanvulling op bron- en contactonderzoek. We doen natuurlijk sowieso bron- en contactonderzoek bij iedere positieve uitslag, maar je weet niet altijd meer precies bij wie je gisteren in de tuin hebt gezeten. Je kunt je alleen de contacten herinneren met wie je intensieve gesprekken hebt gevoerd. Degene die je kent kun je je vaak wel herinneren, dat zijn vaak je huisgenoten of mensen met wie je intensief contact hebt gehad. Mensen waarmee je lang in de trein hebt gezeten, kun je niet herinneren. Die app is dus completer dan dat. De app is dus een belangrijke aanvulling.”
Minister De Jonge greep de gelegenheid om te benadrukken dat er ‘geen privacybezwaren’ kleven aan de app. “Er kleven nul privacybezwaren aan de app, want anders zouden we hem natuurlijk nooit doen. (…) Er is geen centrale database bijvoorbeeld, [data is] slechts anoniem en volkomen niet herleidbaar naar personen. Dat is de enige manier waarop dat ding gaat werken, want anders gaan Nederlanders dat ding niet installeren. Hij gaat pas werken op het moment dat de privacy volledig is gewaarborgd. Dus nee, de privacy is niet het geding, nul.”
De Jonge stelt dat de corona-app een belangrijke aanvulling is op bron- en contactonderzoek. Met de app wordt de aanpak van de coronacrisis volgens de minister “steeds preciezer, steeds completer, steeds sneller”. “We zitten er zo steeds beter bovenop. Als dat virus ergens weer opsteekt, moeten we het meteen weer de kop indrukken. En daar hebben we die app echt bij nodig”, aldus de minister van Volksgezondheid.
Tot slot garandeerde minister De Jonge dat als iemand op het terras heeft gezeten die besmet blijkt te zijn, er gewoon bron- en contactonderzoek plaatsvindt. Als dan blijkt dat die persoon contact heeft gehad met iemand uit het buitenland -in de persconferentie werd Italië als voorbeeld genomen- dan wordt deze persoon netjes geïnformeerd.
Minister De Jonge kan heel enthousiast zijn over de mogelijkheden en potentie van de corona-app bij bron- en contactonderzoek, Nederlanders denken daar heel anders over. Uit onderzoek van de TU Delft, Universiteit Maastricht en VU Amsterdam blijkt dat één op de drie Nederlanders niet van plan is om de app op zijn of haar smartphone te installeren. Zij vinden dat de app een te zware inbreuk is op hun privacy en zetten ze hun vraagtekens bij de effectiviteit van de applicatie.
Ongeveer één op de drie respondenten zegt de app liever vandaag dan morgen te installeren. Zij zijn ervan overtuigd dat de app een effectief middel is om het coronavirus in te dammen en meer besmettingen te voorkomen. Sommige van hen geven tevens aan dat ze de app zouden installeren om zo mensen in hun omgeving met een zwakke gezondheid te beschermen.
Tot slot is er een grote groep twijfelaars die met veel vragen zitten. Zij zijn er nog niet uit of ze de corona-app wel of niet gaan downloaden en installeren.
Dit nieuwsbericht is ook te vinden in het dossier Coronavirus
