Net op tijd: Uitvoeringswet AVG aangenomen door de Eerste Kamer

Auteur: Anke van de Laar, Michael Reker

De UAVG regelt onder meer de intrekking van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), maar ook de aanwijzing van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) als toezichthouder zoals bedoeld in artikel 51 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).

Blijkens de memorie van toelichting bij de UAVG heeft de UAVG als uitgangspunt beleidsneutrale implementatie ten aanzien van de bestaande situatie. Dat betekent dat het bestaande recht wordt gehandhaafd tenzij dit niet mogelijk is op grond van de AVG. Vanuit dat oogpunt is er onder meer voor gekozen om de bestaande mogelijkheden voor verwerking van bijzondere persoonsgegevens in de Wbp zoveel mogelijk te behouden. Deze bestaande beperkingen zijn immers om zwaarwegende maatschappelijke belangen opgenomen in de Wbp. De AVG laat in artikel 9 de ruimte om diverse mogelijkheden voor verwerking van bijzondere persoonsgegevens te beperken. In artikel 22 t/m 30 UAVG zijn de uitzonderingen op het verbod tot het verwerken van bijzondere persoonsgegevens terug te vinden.

Op grond van artikel 16 UAVG is de AP bevoegd om ter handhaving van de AVG of de UAVG een last onder bestuursdwang opleggen. Op grond van artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan degene die bevoegd is om een last onder bestuursdwang op te leggen, in plaats daarvan een last onder dwangsom opleggen. De last onder dwangsom hoort dus ook tot de gereedschapskist van de AP. Dit naast het opleggen van de inmiddels veelbesproken hoge boetes. Evenals de Wpb is in de UAVG overigens bepaald dat de werking van de beschikking tot oplegging van de bestuurlijke boete wordt opgeschort totdat de bezwaar- of beroepstermijn is verstreken of, indien bezwaar is gemaakt of beroep is ingesteld, totdat op het bezwaar of het beroep is beslist.

Een dezer dagen zal de afkondiging in het Staatsblad plaatsvinden, waarna de UAVG op 25 mei 2018 in werking treedt. Op die datum wordt ook de AVG van kracht. Daarmee is het wetgevingstraject van de UAVG net op tijd afgerond voor de deadline van 25 mei. Dat is niet in alle 28 EU-landen gelukt. Het lijkt er zelfs op dat maar liefst 14 landen het wetgevingstraject niet op tijd zullen hebben afgerond. Daarbij zijn landen die naar verwachting eind mei/begin juni 2018 klaar zullen zijn, maar ook landen die vermoedelijk nog meer tijd nodig zullen hebben (België, Bulgarije, Cyprus, Griekenland, Hongarije, Litouwen, Tsjechië en Slovenië).

Dit artikel is ook te vinden in het dossier AVG