Er is niet één manier waarop alle Nederlanders naar privacy en data-uitwisseling kijken. Mensen zijn niet zwart-wit in het denken over dit onderwerp en bovendien is hun houding afhankelijk van de context waarin informatie gevraagd wordt. Door consumentensegmentatie toe te passen kunnen we de resultaten van dit onderzoek in perspectief zetten en beter duiden. Tegelijkertijd is deze segmentatie voor bedrijven ook een handig hulpmiddel in de communicatie met hun klanten over het gebruik van persoonsgegevens.
Net als in de eerdere edities van de Privacy Monitor in 2016 en 2018 maken we in dit onderzoek onderscheid tussen drie privacyarchetypes:
• De scepticus: sceptici zijn behoorlijk bezorgd over hun online privacy en niet bereid om hun gegevens te delen.
• De pragmaticus: pragmatici zijn behoorlijk bezorgd, maar wel redelijk bereid om hun gegevens te delen als daar bijvoorbeeld een betere dienstverlening tegenover staat.
• De onbezorgde: onbezorgden maken zich weinig zorgen over het delen van hun gegevens.
Over het algemeen kunnen we concluderen dat het aantal Nederlanders dat zich zorgen maakt over hun online privacy is gedaald (van 65% naar 58%). Dat blijkt uit de stijging van het aantal onbezorgden ten opzichte van 2018 (van 35% tot 41,5%) ten koste van het aantal pragmatici, die van 39% dalen naar 33%. De groep sceptici is stabiel gebleven op 25,5% en lijkt bovendien al jaren nauwelijks in omvang te veranderen. Wat opvalt is dat 50% van de sceptici ouder is dan 55 jaar: vooral ouderen lijken zich dus zorgen te maken en minder bereid te zijn om gegevens te delen.
Bekijk hier de volledige DDMA Privacy Monitor 2019
Deze publicatie is ook te vinden in het dossier AVG
bron: DDMA
