De Raad heeft conclusies aangenomen over de te volgen koers wat betreft het bewaren van elektronische‑communicatiegegevens voor misdaadbestrijding.
De Raad merkte op dat het bewaren van gegevens essentieel is om zware criminaliteit efficiënt te onderzoeken, maar dat bij het toepassen ervan rekening moet worden gehouden met de bescherming van de grondrechten en fundamentele vrijheden.
De Raad droeg de Commissie op nog meer informatie te verzamelen en gerichte raadplegingen te organiseren in het kader van een brede studie van de mogelijke oplossingen voor het bewaren van gegevens, waaronder een toekomstig wetgevingsinitiatief.
Om criminaliteit vandaag doeltreffend te bestrijden is het belangrijk dat dienstaanbieders naast de gegevens die uitsluitend voor commerciële doeleinden worden bewaard, bepaalde gegevens bewaren die onder strenge voorwaarden kunnen worden geraadpleegd. Het bewaren van gegevens kan evenwel indruisen tegen individuele grondrechten, met name de rechten op privacy en de bescherming van persoonsgegevens, als uitgelegd door het Europees Hof van Justitie. In de zaken Digital Rights / Ierland van 2014 en TELE2 van 2016 verbood het Hof van Justitie de EU en haar lidstaten regels vast te stellen die zouden leiden tot de algemene en ongedifferentieerde bewaring van gegevens.
Alle gesprekken over dit onderwerp draaien dus rond de afweging tussen het belang van effectieve instrumenten voor misdaadbestrijding en de plicht om de grondrechten te respecteren, met name de rechten op privacy, bescherming van persoonsgegevens, non‑discriminatie en vermoeden van onschuld.
Bekijk: Conclusies over gegevensbewaring ten behoeve van misdaadbestrijding
Dit nieuwsbericht is ook te vinden in het dossier AVG