Menu

Filter op
content
PONT Data&Privacy

0

De AVG en bestuursrechtelijke rechtsbescherming

In een recente uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven staat de vraag centraal bij welke bestuursrechter men in beroep dient te gaan tegen besluiten van de Kamer van Koophandel op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming.(1) Uit de wetsgeschiedenis en wetssystematiek leidt het CBb af dat voor AVG-besluiten gekozen is voor het algemene stelsel van bestuursrechtelijke rechtsbescherming (en daarmee dat het CBb zelf dus onbevoegd is in de betreffende zaak). Wat betekent dit en hoe ziet het stelsel van bestuursrechtelijke rechtsbescherming – waaronder het algemene stelsel – eruit?

8 juni 2020

auteur: Coen Modderman

Bij welke bestuursrechter procedeer je tegen AVG-besluiten?

Een letterlijke lezing van de toepasselijke regels had tot een andere conclusie geleid: “Ingevolge artikel 4 van de Bevoegdheidsregeling [bestuursrechtspraak (bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht)] kan tegen een besluit van de Kamer van Koophandel beroep worden ingesteld bij het College, met uitzondering van besluiten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en besluiten ten aanzien van een persoon met betrekking tot diens in artikel 3 van de Ambtenarenwet 2017 bedoelde hoedanigheid. Naar de letter brengt deze bepaling met zich dat tegen een besluit van de Kamer van Koophandel op grond van de AVG beroep zou kunnen worden ingesteld bij het College”, aldus het CBb.(2)

Als gezegd komt het CBb aan de hand van de wetsgeschiedenis en wetssystematiek evenwel tot de conclusie dat de wetgever voor besluiten op grond van de AVG voor het algemene stelsel van bestuursrechtelijke rechtsbescherming heeft gekozen. Oftewel: beroep bij de rechtbank en hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het lijkt er overigens op dat het CBb en de Afdeling bestuursrechtspraak dit in deze zaak in goed overleg zo hebben beslist, gelet op de samenstelling van de meervoudige CBb-kamer in deze zaak: CBb-president Simons is tevens staatsraad in buitengewone dienst, CBb-raadsheer Aerts staat in het jaarverslag van de Commissie Rechtseenheid van 2018 vermeld bij de ‘Lijst van namen van de afgevaardigden en ondersteuners’(3) en staatsraad Daalder is dan juist weer raadsheer-plaatsvervanger in het CBb.

Hoe het stelsel van bestuursrechtelijke rechtsbescherming – waaronder het algemene stelsel – is vormgegeven, volgt uit hoofdstuk 8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en uit de hiervoor al aangestipte tweede bijlage bij de Awb: de Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak (Bb). Dit stelsel van bestuursrechtelijke rechtsbescherming ziet er in de kern als volgt uit.

Het stelsel van bestuursrechtelijke rechtsbescherming

In beginsel gaat aan het beroep een bezwaarprocedure vooraf.(4) Daarna komt dus de bestuursrechter in beeld. Bij welke bestuursrechter moet je in beroep gaan en bij welke bestuursrechter, indien mogelijk, ga je in hoger beroep?

De hoofdregel is dat beroep wordt ingesteld bij de rechtbank.(5) Daar zijn er op dit moment elf van: Amsterdam, Den Haag, Gelderland, Limburg, Midden-Nederland, Noord-Holland, Noord-Nederland, Oost-Brabant, Overijssel, Rotterdam en Zeeland-West-Brabant.(6) De uitzondering op de hoofdregel luidt: “tenzij een andere bestuursrechter bevoegd is ingevolge hoofdstuk 2 van de bij deze wet behorende Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak dan wel ingevolge een ander wettelijk voorschrift.”(7) In hoofdstuk 2 van de Bb staan vier artikelen (artikel 2 tot en met 5), met daarin alfabetische lijsten met regelgeving. In artikel 2 Bb staat: “Tegen een besluit, genomen op grond van een in dit artikel genoemd voorschrift of anderszins in dit artikel omschreven, kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.” Daarna volgt dus zo’n alfabetische lijst. Artikel 3 ziet op beroep bij de Centrale Raad van Beroep. Artikel 4 op beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. En artikel 5 op beroep bij een gerechtshof.(8)

Voor hoger beroep geldt iets vergelijkbaars. De hoofdregel is dat je in hoger beroep gaat bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De uitzondering: “tenzij een andere hogerberoepsrechter bevoegd is ingevolge hoofdstuk 4 van de bij deze wet behorende Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak dan wel ingevolge een ander wettelijk voorschrift.”(9) En hoofdstuk 4 van de Bb is dan weer vergelijkbaar met hoofdstuk 2. Artikel 9 en 10: hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep (met/zonder schorsende werking). Artikel 11: hoger beroep bij het CBb. Artikel 12: hoger beroep bij een gerechtshof.

Schematisch weergegeven ziet dit stelsel van bestuursrechtelijke rechtsbescherming er op hoofdlijnen aldus als volgt uit:

Voetnoten

(1) CBb 21 april 2020, ECLI:NL:CBB:2020:297.
(2) Rechtsoverweging 2.
(3) Zie p. 2 van het jaarverslag, dat te vinden is via: https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Hoge-Raad-der-Nederlanden/Nieuws/Paginas/Eerste-jaaroverzicht-Commissie-rechtseenheid-bestuursrecht.aspx.
(4) Zie artikel 7:1, eerste lid, Awb en de daar vermelde uitzonderingen op deze hoofdregel.
(5) Artikel 8:6, eerste lid, Awb.
(6) Bij welke rechtbank je moet zijn, volgt uit artikel 8:7, eerste, tweede en derde lid, Awb en hoofdstuk 3 van de Bb.
(7) Artikel 8:6, eerste lid, Awb.
(8) Zie artikel 8:7, vierde lid, Awb voor wat betreft de vraag bij welk gerechtshof (Amsterdam, Arnhem-Leeuwarden, Den Haag of ’s-Hertogenbosch) je moet zijn.
(9) Artikel 8:105, eerste lid, Awb.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.